De sangiovese is de meest aangeplante druivenras voor rode wijn in Italië, en dan vooral in het midden van dat land. De lijst van synoniemen is door die grote verspreiding en de variatie in klonen lang: sangioveto, brunello, morellino, prugnolo gentile enz. De naam komt vermoedelijk van Sanguis Jovi's ofwel bloed van Jupiter, een door de monniken van Santacangelo di Romagna toevallig gegeven naam toen een bezoeker vroeg hoe deze druif heette, die zij tot dan toe simpelweg vino hadden genoemd. Sangiovese is op zijn best in Toscane en Umbrië, waar hij wijnen met de nodige tannines en zuren geeft en waar hij soms aanvulling krijgt van andere rassen. Een voorbeeld van een grote Italiaanse wijn die in zijn geheel of grotendeels van sangiovese gemaakt worden is o.a. chianti.